30 maart 2008

Bibliotheekplaza 2008


Vorige week was ik op Bibliotheekplaza 2008, georganiseerd door ProBiblio. Deze editie stond helemaal in het teken van 'ontmoeting en debat'. Een bijzondere uitdaging voor bibliotheken in dit digitale tijdperk, vind ik... Des te meer omdat het vaak moeilijk is om een evenwicht te vinden tussen het faciliteren van fysieke en digitale ontmoeting (waar begint het ene en waar begint het andere en hoeveel tijd/middelen besteed ik aan beide?)

De voornaamste reden van mijn bezoek was spreker Paul Holdengräber, verantwoordelijke voor het organiseren van publieke evenementen in de New York Public Library (Live! at the NYPL).

Volgens Holdengräber is het niet mogelijk om een ontmoetingsplaats te creëren op het web. Zijn commentaar: "je kan jezelf toch ook niet kietelen?" Dus concentreert hij zich volledig op het organiseren van live evenementen in de New York Public Library. Zijn stokpaardje: het confronteren van tegenpolen met elkaar in een gesprek. Zo zet hij met gemak een schrijfster van chicklit-boeken naast één of ander literair zwaargewicht. Het zal dan ook niet verbazen dat zijn evenementen op massale belangstelling van het New Yorkse publiek kunnen rekenen. Zijn tip voor bibliotheken: "Make it your priority to make people excited and passionated. Create a sense of hospitability in your library." Bibliotheken gaan al lang niet meer om boeken, maar om de kracht van ideeën. Dus: "Be engaged and remain curious about your community..." Het interview dat ik had met deze inspirerende persoonlijkheid zal later verschijnen in Bibliotheekblad.

Een interessante visie op het snijvlak tussen ontmoeting en kunst werd gegeven door spreker Jan Rudolph de Lorm van het Nederlandse Rijksmuseum. Zo vindt hij het heel belangrijk om geëxposeerde voorwerpen op een gedoseerde manier aan te bieden aan het publiek. Daarnaast kiest het museum ook meer en meer voor geïntegreerde plaatsing van kunstvoorwerpen met geschiedkundige artefacten waardoor de verschillende materialen elkaar versterken.

Daarnaast zijn ook zij meer en meer doordrongen van het feit dat een museum moet zijn waar de potentiële bezoekers zijn. Daarom heeft het Rijksmuseum een aantal 'satellietlocaties' geopend, bijvoorbeeld op Schiphol.

De man sloot af met een tip voor bibliotheken, die willen inzetten op 'ontmoeting': "Laat los! Bibliotheken moeten - net als musea - nieuwe wegen bewandelen. De kracht van het woord zal immers altijd blijven bestaan!" Een mooie opsteker, toch?

Natuurlijk was er nog veel meer te beleven op Bibliotheekplaza... Zo kreeg onder meer de Bibliotheek van Rotterdam een aanzienlijke geldprijs toebedeeld voor hun vernieuwende project 'Nieuwspunt'.

Al bij al een geslaagd evenement dus...

Foto: Eimer Wieldraaijer

6 maart 2008

Gamen in de bib: voor en na


Eigenlijk hoef ik niets meer toe te voegen aan de vele verslagen van het Ugame-Ulearn congres in Delft die deze week verschenen zijn... Of misschien toch wel...

Eerlijk is eerlijk: ik heb nooit de toegevoegde waarde ingezien van het gamen in een bibliotheek. Ik stond er zelfs behoorlijk sceptisch tegenover. Want, moet een bibliotheek zich niet onderscheiden van alle andere populaire mediakanalen door de meer verheven cultuur te promoten? Jongeren kunnen overal gamen... Waarom moet een bibliotheek zich daar in godsnaam mee bezig houden? Weggooid geld en verloren moeite, als je het mij vroeg.

De laatste tijd begon ik stilaan wat meer heil te zien in het gamen. Na mijn interview met Rita Niland over haar 'digikringen' in de bib van Rotterdam begon het stilletjesaan te dagen waarom een bibliotheek ook het gamen moet ondersteunen: je toont niet alleen aan dat je echt geeft om wat bepaalde doelgroepen - die je misschien als bib anders niet bereikt - belangrijk vinden, maar je laat gamers ook ten volle hun eigen talenten ontplooien door middel van een medium dat zij als geen ander begrijpen en appreciëren.

Ook de presentaties van Jenny Levine en Eli Neiburger van de Ann Arbor District Library - keisympathieke mensen - op het symposium waren een echte eye-opener voor mij. Ik heb nog nooit zoveel enthousiaste jongeren samen in een bibliotheek gezien... Bij deze een dikke proficiat nog aan de organisatoren van Ugame-Ulearn! De game-community heeft er alvast één believer bij!

Al moet ik met schaamrood op de wangen toegeven dat ik nog maar zelden écht gegamed heb. Gelukkig heb ik nog een bezoekje aan DOK tegoed...

4 maart 2008

British Library goes web 2.0

Deze week was ik te gast bij de British Library in Londen. Ik had er namelijk een afspraak met Adrian Arthur, verantwoordelijke voor de web 2.0-strategie van dit vermaarde instituut.
In tegenstelling tot heel wat bibliotheken zien zij wel degelijk de relevantie in van web 2.0! Ze hebben er zelfs een volledig strategisch document aan gewijd. Daarin focussen ze op vijf grote pijlers waaronder 'participation' en 'simple and integrated access'.
Op de vraag waarom zij zoveel moeite stoppen in web 2.0-diensten luidt het antwoord gewoonweg: omdat veel gebruikers aanwezig zijn op het net die wij tot nog toe niet bereikten. M.a.w. de British Library wil nieuwe doelgroepen bereiken door o.a. aanwezig te zijn op sociale netwerken als Facebook (waar zij oa een heuse ‘fanclub’ hebben opgericht) én te luisteren naar de vragen en adviezen van de gewone burger. Daarnaast willen zij ook een beroep doen op de ‘wisdom of crowds’ door gebruikers te betrekken bij het identificeren van oude drukken, oude foto’s,…

De kers op de taart is voor mij het feit dat de BL haar ervaringen inzake web 2.0 ook wil delen met andere bibliotheken. Want, geef nu zelf toe, er zijn veel web 2.0-diensten en faciliteiten, maar waar begin je? Geen probleem, volgens Adrian. ‘Begin gewoon met iets eenvoudigs als Facebook. Maak een profiel aan voor je bibliotheek en dat kost je amper een uurtje. En kijk dan of er iets positiefs gebeurt. Zoniet, dan ben je niet veel tijd en geld kwijt. Bloeit er wel iets moois uit, dan is dat mooi meegenomen". Tja, wie kan deze wijze woorden weerstaan…
Het volledige interview dat ik met Adrian had zal later verschijnen in Bibliotheekblad.

Bron foto: Wikimedia Commons