15 november 2010

De openbare bibliotheek als gids in het digitale tijdperk



Openbare bibliotheken kunnen een belangrijke rol spelen in het dichten van de digitale kloof. Als geen ander zijn zij verweven in de lokale gemeenschap, ze bieden burgers vrije toegang tot een schat aan zowel fysieke als digitale informatie en kennis,  ze is fysiek nabij, ze heeft een neutrale positie enzovoort.

Vanuit die positie kan de bibliotheek verschillende rollen opnemen in het dichten van de digitale kloof:

- De bibliotheek als facilitator: toegang bieden tot niet alleen een op lokale noden aangepaste collectie, maar ook tot het internet, de nodige hardware en software;

- De bibliotheek als netwerker: het optreden als schakel tussen enerzijds lokale partners zoals het onderwijs  en organisaties die zich actief inzetten voor het informatie-, digi- en mediavaardig (‘mediawijs’) maken van de burger

- De bibliotheek als gids en als coach bij het ontwarren van het informatiekluwen waarmee burgers meer en meer geconfronteerd worden waarbij enerzijds kan gestreefd worden naar het zelfredzaam maken van de burger en anderzijds naar het helpen van de zwakkere doelgroepen door middel van informatiebemiddeling op maat.


Niettemin weten bibliotheken nog niet altijd goed hoe ze die rollen moeten invullen. In de Verenigde Staten is dat niet anders. Vandaar dat ik de eer had om dit voorjaar – op basis van mijn eigen ervaring met  het domein‘mediawijsheid’ in de openbare bibliotheek van Vlissingen - een workshop te geven voor Amerikaanse bibliotheekmedewerkers over het onderwerp ‘public libraries and media literacy’.

Het is namelijk van groot belang dat bibliotheken – als zij mediawijsheid-activiteiten willen ontplooien zich eerst de volgende vragen stellen:

1. Gaat het initiatief uit van de juiste strategische visie?

a.  Welke doelgroep bereik ik met dit initiatief? Opnieuw de actieve lezers/mediagebruikers of ook de niet-gebruikers?

b.  Draagt het -bewezen- effectief bij tot gedragsverandering ?

c.  Ondersteunt het de onderwijspraktijk (bij schoolactiviteiten)?

2.  Is de continuïteit en samenhang van de activiteit verzekerd?

3.  Vergroot ik mijn publieksbereik ermee (met name niet-mediagebruikers)?

4. Beschikken we als bibliotheek over voldoende expertise om de activiteit te kunnen uitvoeren (naar capaciteit en deskundigheid).

Als we onszelf deze vragen durven te stellen, wordt de rol van de bibliotheek als lokale partner in het dichten van de digitale kloof, pas echt au sérieux genomen en kunnen we spreken van een beleid met effect op lange termijn.

Deze bijdrage is verschenen op 'E-Dinges'-blog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten